woensdag 9 oktober 2013

maandag 30 september 2013

Denken in aquarel


















met Vaas en Hanger, aquarel 2011-2013, hoogte 152cm
'Event' aquarel 2011-2013, hoogte 152 cm

























aquarel met houtskool 2010-2013, hoogte 180 cm


zondag 15 september 2013

ondertussen bij galerie Agnes Raben in Vorden in de tuin



Hortus Conclusus in Den Bosch bij Jan van Hoof galerie



















Hortus conclusus: de terugkeer van het omsloten veld in de kunst


Met de titel Hortus conclusus: de terugkeer van het omsloten veld in de kunst wordt een bijzonder aspect van de traditionele ‘besloten’ of ‘omsloten tuin’ belicht.  Eeuwenlang is het thema van de hortus conclusus verbeeld in schilderijen. Het ging daarbij om een tuin waarin ruimte werd gemaakt – die daarmee ook voor het eerst na de Middeleeuwen zo letterlijk kon worden voorgesteld – om aandacht voor het innerlijke geestesleven te bevorderen. De omsloten tuin was bedoeld om een vorm van introspectie op te roepen die minder gericht was op de persoonlijke of individuele ‘zelfverrijking’ zoals dat tegenwoordig meestal het geval is, maar was juist bedoeld om de gelovige mens uit de dagelijkse beslommeringen te trekken teneinde toe te komen aan een juiste vertering van het heilige woord. Het was daarmee een plek om zich terug te trekken voor het algemeen menselijk belang. In de schilderkunst werd de tuin een belangrijk thema en het is nauwelijks toeval dat ook de voorstelling van de Annunciatie of Mariaboodschap: U wordt moeder van de zoon van God!, precies in de omgeving van de tuin werd gesitueerd. Wanneer er goddelijke zaken besproken moesten worden trad men toe tot de tuin. Een tuin met muurtjes, of op zijn minst een tuin met een duidelijke grens (in het Duits een Zaun...). Een plek dus waar andere dingen gebeuren dan in het gemene leven. De tuin werd daarmee zowel in de realiteit als in de verbeelding tot plek waar een heilig verbond ontstond tussen de mens en dat wat de mens niet was. Een plek waar de verbinding tussen beide sferen tot stand kon komen, zoals de genoemde aankondiging van de vleeswording van God.[1]
De grondhouding van de besloten tuin – een plek die zich onttrekt aan de dagelijkse realiteit en daarmee aan alledaagse betekenisgeving -- is een uiterst aantrekkelijk idee voor moderne en hedendaagse kunstenaars. Symbolisch gesproken keerde de besloten tuin dan ook in de moderne kunst terug in de White Cube, de besloten tentoonstellingsruimte. De witte kubus werd daarmee een geseculariseerde tuin. Het werd een plek voor contemplatie waar de Kunst haar boodschappen in alle rust verkondigde. Zij voorzag de bezoeker van nieuwe visies op de wereld waar hij noodzakelijkerwijs spoedig weer naar terug zou moeten keren, hopelijk volledig  gezuiverd en vol van nieuwe ideeën. De laatste decennia is de witte kubus echter vaak verlaten om plaats te maken voor de wereld zelf. Kunstenaars trokken de wereld zelf in om samen met anderen de kunst van haar afgeslotenheid te ontdoen en daarmee de muren van haar omheining te slechten. Hierdoor werd de hele wereld één grote tuin en werd zij evenals de ‘global village’ een potentiele realiteit. De tuin verloor met haar ontgrenzing tevens haar eigenheid en bijzonderheid. Als alles tuin is, is er dan nog wel sprake van een tuin?
Precies op dat verlies aan grenzen speelt deze tentoonstelling in. De kunstenaar en ook de bezoeker moet weer tuinen maken, dat wil zeggen grenzen aanbrengen aan het territorium. Kunst keert als het ware terug naar haar eigen locatie, daar waar er een bijzondere verdinglijking van ideeën plaatsvindt. In deze tentoonstelling staan diverse objecten ter aanschouwing. De initiator van het idee voor deze tentoonstelling, Hieke Luik, speelt bv. letterlijk in op de kunstmatigheid van de natuur en hoe deze haar grenzen zoekt. Luik laat zien hoe de natuur te werk gaat: niet door haar te imiteren maar door haar opnieuw uit te vinden. We voelen met onze ogen hoe de natuur zoekt en kijkt. Simone van Bakel’s werk probeert juist de tastbaarheid in zicht te krijgen door de oppervlakte van de dingen te benadrukken alsof we de objecten zelf niet mogen betreden. Arjan van Arendonk’s werk stelt de alomtegenwoordige natuurvormgeving centraal die hij extra accenten geeft en daarmee nog extremer maakt dan ze al bv. op bedrukte stoffen werd voorgesteld. Door de dotten siliconenpasta geeft hij motieven letterlijk reliëf en ontgrenst hij geïndustrialiseerde natuurmotieven.  Eelco Brand’s werk gaat juist weer de diepte van het oppervlak in en synthetiseert een rijk van bewegende groeisels die de grens van ons voorstellingsvermogen opzoekt en in de armen van de tijd beweegt. Jan van Munster, ten slotte, toont in zijn werk de absolute tegenpolen + en – die in hun onbekende maar krachtige grensgebied spanningen veroorzaken maar elkaar zelf nooit bereiken. Hier bestaat niet de logica van de digitale wereld die geen tussenin kent maar wel die van de analoge, waar Van Munster ook zijn IK situeert. Het IK dat buiten de tuin als een ware Fichte zijn NON-IK vindt maar voor behoud van zijn eigen kern de tuin keihard nodig heeft.



Peter Sonderen



[1] Behalve in schilderijen en in de architectuur werd dit thema ook in ruimtelijke objecten verbeeld, de zogenoemde ‘Besloten hofjes’, een soort retabels met daarin Maria in de tuin.

vrijdag 6 september 2013

Over de Boog, nu te zien bij Jan van Hoof galerie, door Marion de Zanger




Arc de ...”

“If the doors of perception were cleansed,    every thing will appear to man as it is, infinite”
William Blake[i]


Wie heeft ooit in de beeldhouwkunst een boog als de Boog (2007) van Hieke Luik ontmoet? Bogen kennen we allemaal. In de beeldhouwkunst kom je ze zelden tegen. St. Louis Gateway Arch (1965) van Eero Saarinen is er een; een reusachtige boog aan de oever waar de Mississippi en de Missouri samenstromen. De boog van 190 meter hoog en 190 meter breed staat daar, spiegelglad en zilverkleurig, te blinken om de “opening of the West” grootscheeps te vieren. Ook triomfbogen komen we in de beeldhouwkunst zelden tegen. De triomfboog van Brancusi: de Poort van de kus (1938) in het park van Tâgu Jiu vlak bij zijn geboortedorp in Roemenië is een mooie, poëtische uitzondering.
De boog van Hieke Luik is 1,90 meter hoog, 2,30 meter breed en 1,10 meter diep. Een klein persoon zou er door kunnen stappen, maar alleen door zich er voorzichtig doorheen te wurmen. Een beer van een vent kan dit maar beter uit zijn hoofd laten. De boog is van brons, maar niet sterk. De boog is geaard, maar niet geworteld. Het gevaar dat de bronzen takken afbreken of de boog van zijn plaats schuift is bij doorgang van een mens te groot. De boog nodigt wel uit, niet om er doorheen te wandelen, maar om ervoor stil te staan.
  
Doorgang

Boog heeft iets heel sierlijks en lieflijks en doet denken aan een pergola. In de middeleeuwse miniatuurkunst maken elegante, met prachtige hoofdtooien uitgedoste hofdames regelmatig hun entree via een rozenpoort of een met groen omgroeide pergola in kasteeltuinen. In de middeleeuwse Getijdenboeken tonen de miniaturen dat in het voorjaar de pergola’s opgeknapt werden en vervolgens met zorg het jonge groen omhoog geleid werd om in de zomermaanden de geliefde schaduwplekken te creëren.
Boog is alleen niet een metalen of houten frame met daarover opklimmende planten.
Boog is een soort plantenfossiel zonder ondersteunend geraamte. Boog heeft zodoende meer gemeen met de poort van bomen in de onderstaande houtsnede (1833/34) van Andō Hiroshige waardoor de paarden met hun gedistingeerde ruiters waardig stappen. Want zoals bij Boog de twijgjes de boog maken, vormen in de houtsnede de bomen een erepoort.



Versperring

In het Chinese karakter mén dat doorgang of deur betekent zijn in het traditionele karakter ‘twee klapdeuren’ te zien. In dit karakter kunnen andere karakters worden geplaatst. 



Bijvoorbeeld het karakter , een vierkantje met een streepje erin, dat ‘dag’ of ‘zon’ betekent. De doorgang, of de deur, is in bovenstaand karakter door de dag/zon versperd en betekent nu niet meer mén: deur of toegang maar jiān: interval of tussen. De betekenis van deze ‘poort’ wijst op connectie, relatie of tussenruimte. Dit karakter - een versperde en toch open doorgang - komt qua beeldvorm nog het meest bij de Boog in de buurt.

In Boog gaat het ook om relatie - met name van tegendelen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn - , om verwantschap, om ‘het tussen der dingen’ waardoor het ene eeuwigdurend in het andere kan veranderen en andersom.
Uit het brons ontspruiten twijgjes. Het brons is aan het ontbotten. Natuur en kunst, leven en dood zijn een. Het brons is zowel sterk en zwaar als breekbaar en licht. De boog staat op grote poten stevig op de grond maar kan tegelijkertijd moeiteloos van positie veranderen. Boog is zowel open als dicht. Voor en achter reiken elkaar de hand. Het lichaam houdt halt waar het oog verder reikt.
De Amerikaans-Roemeense godsdiensthistoricus Mircea Eliade schrijft dat iedere religieuze mens zich vestigt vlakbij de opening die hem verzekert van een relatie met de goden.[ii] Zo’n soort halsreikend uitzien en in handbereik bereik hebben, zit in Boog. Natuurlijk reikt het oog niet specifiek naar goden en ook niet naar een niet te bevatten oneindige, maar wel naar iets van deze soort. A Door of Perception; God mag weten naar wat, maar dat het met het Schone te maken heeft is voor menig oog zonneklaar.


Marion de Zanger, september 2010








[i] Motto in The Doors of Perception (1954) van Aldous Huxley.; dit komt uit een gedicht van Blake getiteld The Marriage and Hell (1790).
[ii] Mircea Eliade, Het Heilige en het dagelijks bestaan (2006), p.46. Vertaling van Le sacré et le profane (1959).

maandag 2 september 2013

maandag 12 augustus 2013

"Maanvaas met verloren bloesem" 2013 Vanaf 8 september te zien bij Jan van Hoof Galerie tijdens de tentoonstelling Hortus Conclusus

"Maanvaas met verloren bloesem"
Aardewerk met witte slib glazuur en zwart gepatineerd brons

afm. 69x85x60cm


zaterdag 25 mei 2013

bolle maanvazen voor verloren bloesem

uit de oven!

met honingglazuur en wit slibglazuur







maandag 20 mei 2013

Vreemde planten voor het Riederpark in Barendrecht in aluminium klaar voor plaatsing op 27 mei 2013

laatste werkzaamheden in de werkplaats bij gieterij Stijlaart

de 4 mallen met 4 kleine van de vier Vreemde planten







maandag 15 april 2013

dinsdag 5 maart 2013

bovenop de kast


vrijdag 22 februari 2013

voorbereidingen nieuw werk


Vanger, twee delen brons, 78x14x10 cm, 2013


houtskool met aquarel studie


'Maanvaas' aquarel met houtskool, 106x106 cm, 2013